Oostenrijk behoort tot de klassieke wijnlanden. De beste droge witte wijn uit Oostenrijk is de Grüner Veltliner. Deze druif levert droge witte wijnen die heel divers kunnen zijn, afhankelijk van de streek waarin hij groeit en hoe rijp hij is ten tijde van de oogst. Als de Grüner Veltliner vroeg wordt geoogst, geeft dat droge, frisse en vooral ‘pittige’ wijnen met iets peperigs en kruidigs, waarin ook veel mineraliteit en fruit te ontwaren is. Maar zijn de druiven al wat rijper als ze geoogst worden dan ontstaan er meer volle, rijke en zoete wijnen waarin exotisch fruit en iets rokerigs naar voren komt.
In Weinviertel wordt 30% van alle wijn die in Oostenrijk geproduceerd wordt gemaakt. Op de wijngaarden die 16.000 hectare in beslag nemen, worden vooral witte wijndruiven verbouwd. Deze Oostenrijkse witte wijnen zijn droog, licht en scherp en moeten zeer jong gedronken worden.
Weinviertel is tevens de regio in Oostenrijk waar ijswijn gemaakt wordt. Dit is een zoete witte wijn uit Oostenrijk. IJswijn is zoet en zuurrijk en heeft een uiterst volle, bijna sorbetachtige smaak. Het produceren van deze wijnsoort is lastig. De druiven moeten extra rijp zijn als ze bij minstens -7 °C worden geoogst en daarna direct geperst worden. Dit kan echter alleen als de weersomstandigheden in de zomer zo gunstig waren dat de druiven extra rijp zijn én het vervolgens koud genoeg wordt om te kunnen oogsten. Deze weinig voorkomende weersomstandigheden maken dat de wijnen zeldzaam zijn.