Het wijnjaar 2012 kende veel extremen voor Europese wijnlanden en de Italiaanse wijnregio Barolo vormde zeker geen uitzondering. Het was een extreem lange, droge en warme zomer. Door die droogte kwam er behoorlijk wat druk te staan op de druivenstokken. Vooral de gelijke rijping bij de vroegrijpe witte druivenrassen verliep moeizaam en het was voor sommige wijnboeren lastig een juiste balans in de druiven te krijgen.
Maar zoals wordt gezegd: elk nadeel heeft zijn voordeel. De droogte zorgde er namelijk ook voor dat er nauwelijks problemen waren in de wijngaarden met ziektes en schimmels. En uiteindelijk was de kwaliteit van de oogst over het algemeen prima.
Een aantal wijngaarden had in de lente en zomer wel te lijden onder een paar flinke hagelbuien waardoor de opbrengsten een stuk lager waren dan normaal. Ook in Piemonte heerste er een hittegolf in augustus, maar dankzij flink wat regen eerder in het jaar en nog wat buien in september, zat er genoeg water in de grond waar de druivenstokken uit konden putten.
Door de regenbuien en het afkoelen van de hitte in september, werd het snelle rijpingsproces door de zon weer wat vertraagd. Een welkome vertraging. De druif Nebbiolo, die gebruikt wordt voor de wijnen van Barolo, kon daardoor optimaal rijpen en alle juiste aroma’s ontwikkelen.