Als men het over de ‘tuin van Frankrijk’ heeft, dan gaat het over de Loire en dan met name om Touraine. In Touraine staan vele prachtige kastelen en ruïnes, allemaal uit de tijd dat de Franse adel de Loire uitkoos voor de buitenverblijven. Met bijna 5.000 hectare wijngaarden, strekt de AOC Touraine zich uit van de stad Saumur in het westen tot Blois in het oosten van het Loire gebied. Middenin vinden we de stad Tours. De meeste wijngaarden zijn aangeplant op steile hellingen langs de oevers van de Loire. Binnen de AOC zijn er nog vijf andere aanduidingen die producenten mogen gebruiken: Touraine-Amboise, -Chenonceaux, -Mesland, -Oisly en Azay-le-Rideau.
In Touraine worden zowel, rode, witte als rosé wijnen gemaakt, hoewel wit met bijna 60% van de totale productie wel de boventoon voert. Chenin Blanc en Chardonnay zijn voor Touraine Blanc ook toegestaan, maar deze wijn wordt voor het grootste gedeelte gemaakt van Sauvignon Blanc met eventueel nog wat Sauvignon Gris. Deze witte wijnen zijn ongekend populair en goed alternatief voor de wat hoger geprijsde wijnen van de beroemde appellaties Sancerre en Pouilly-Fumé.
Touraine Rouge wordt voor het grootste gedeelte gemaakt van Cabernet Franc en Cot (Malbec). Naast deze twee blauwe druivenrassen, staan ook Gamay, Cabernet Sauvignon en Pinot Noir aangeplant. Er is zelfs een Touraine Mousseux, een mousserende wijn die volgens de traditionele methode, zoals in Champagne, wordt gemaakt. Deze wijnen kunnen zowel wit, rood als rosé zijn.
Kenmerkend voor de Touraine bodems is dat ze rijkelijk zijn voorzien van tuffeau, oftewel een kalkhoudende rots. Hiermee werden ook de beroemde kastelen in de regio gebouwd, al bleken de tuffeau grotten ook ideaal voor het bewaren van wijn. In de wijnen zorgt tuffeau voor een typerende zuurgraad waar Touraine wijn ook om geliefd is.