Pinot Noir en Bourgogne zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al zullen de wijnmakers in Bourgogne eerder zeggen dat ze Pinot Noir alleen gebruiken om het terroir te laten spreken. De druif staat bekend om zijn fruitigheid en medium tot lage tanninegehalte. Ooit was de subregio Côte d’Or de plek waar de meeste Pinot Noir stond aangeplant, maar toen de Champagne regio groter en groter werd, werd daar ook meer Pinot Noir in de grond gezet.
Pinot Noir Bourgogne
Pinot Noir wordt eigenlijk nooit geblend. De rode wijnen van Bourgogne variëren van diepgekleurde en wat meer tannineuze wijnen die, mede door houtrijping, vol en rond van smaak zijn. Tot intens fruitige en vlezige wijnen waarbij het houtgebruik niet of nauwelijks te vinden is. De zwaardere varianten hebben over het algemeen een wat langere flesrijping nodig om volledig tot hun recht te komen.
Chalonnaise en Mâconnais
Niet alleen in de Côte d’Or, in het noorden van Bourgogne, is Pinot Noir te vinden. Ook in de subregio’s Chalonnaise en Mâconnais is de blauwe druif Pinot Noir te vinden. Eerder stond daar veel Gamay aangeplant, maar die aanplant is steeds verder teruggedrongen. Gamay is nu echt de druif van de Beaujolais.
2021 | Frankrijk | Bourgogne
