Grüner Veltliner wordt gezien als dé druif van Oostenrijk. Het is een wit druivenras die onlosmakelijk met het land verbonden is. In ruim een derde van alle wijngaarden in Oostenrijk is het ras aangeplant. De druiven zijn fris en levendig en hebben een kruidig bouquet. Typerend is het bekende pepertje dat in de geur en smaak van de Oostenrijkse wijn terugkomt.
De Grüner Veltliner druif wordt vaak omschreven als een druif met een veelzijdig karakter. De druiven kunnen jonge wijnen leveren, maar daarnaast zijn ze ook in staat om heel goed lang te rijpen. Het lange rijpen levert krachtigere versies van de Oostenrijkse witte wijn op. De druif staat erom bekend zich gemakkelijk aan te passen. Tijdens blinde proeverijen blijkt het vaak nog wel lastig te zijn om een Grüner Veltliner van een Riesling te onderscheiden. Ook wordt de wijn weleens in verband gebracht met een Chardonnay. Al met al is het een bijzonder druivenras dat veel te bieden heeft.
Grüner Veltliner wordt in verschillende Oostenrijkse wijnregio’s verbouwd. Er zijn vier regio’s het meest belangrijk voor dit ras. Allereerst het Weinviertel. In dit gebied is het ras voor ongeveer vijftig procent aangeplant. Het Weinviertel is het grootste wijndistrict van Oostenrijk en ligt in het noordoosten van het land. Het gebied is vooral vlak en de bodems zijn er vrij divers. Grüner Veltliner wijnen uit het Weinviertel variëren van kwalitatief hoogstaand tot meer alledaagse wijnen.
De regio’s Wachau, Kamptal en Kremstal liggen langs rivier de Donau. Deze gebieden zijn totaal anders dan het Weinviertel. De steile hellingen maken hier de dienst uit. De uiteindelijke smaak wordt hier mede bepaald door de mineraliteit van de bodem. Wijnen uit deze regio worden als kwalitatief hoogstaand gezien.
Het druivenras is ook buiten Oostenrijk aangeplant. In Europa zie je hem onder andere in Slovenië, Tsjechië en Italië. Buiten Europa is het ras in Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten aangeplant. In landen als bijvoorbeeld Duitsland zul je deze niet tegenkomen; hier is het voor dit druivenras simpelweg te nat.
Een Grüner Veltliner is in principe droog. Afhankelijk van de regio waarin de Grüner Veltliner wordt verbouwd, levert het ras verschillende wijnen op, die in twee stijlen in te delen zijn. De eerste stijl kan het beste als licht en fris worden omschreven. In deze wijnen komen tonen van onder andere citrus terug. Deze wijnen komen vooral uit het Weinviertel. Wijnen uit deze regio kunnen soms nog weleens licht mousserend zijn.
De tweede stijl van de wijn is veel kruidiger, zwaarder en meer complex. Deze wijnen hebben een aantal jaar op de fles moeten rijpen. Dit resulteert in rijke, volle wijnen die diepgoud van kleur zijn. Het lange rijpen zorgt ervoor dat de wijnen honingzoete en marmelade-achtige kenmerken krijgen. Dit soort wijnen komen voornamelijk uit de regio’s Wachau, Kamptal en Kremstal.
U zult zich misschien afvragen waar de naam Grüner Veltliner vandaan komt. De naam is tweedelig. Allereerst betekent Grüner groen. Hiermee wordt verwezen naar de groenige kleur die jonge wijnen hebben. Veltliner is een term die als achtervoegsel wordt gebruikt. Dit gebeurt vaker, denk bijvoorbeeld aan de druif Roter Veltliner. De naam van het ras levert nog weleens wat spraakproblemen op. Zeker voor mensen die geen Duits spreken, kan de naam moeilijk uit te spreken zijn. De Oostenrijkse witte wijn wordt daarom ook wel ‘Gru-Ve’ genoemd, wat ‘hip’ betekent.
De Grüner Veltliner is een wijnsoort die met vele soorten gerechten te combineren is. In Oostenrijk wordt deze wijn steevast gelinkt aan de traditionele wienerschnitzel. Maar ook bij andere gerechten komt de wijn goed tot zijn recht. In combinatie met bijvoorbeeld asperges, gevogelte, tonijnsalade of wasabi is het een prettige wijn. Dankzij de hoge zuurgraad is de wijn een goed alternatief voor Chardonnay.