Het in de zuidelijke Rhône gelegen Châteauneuf-du-Pape kent een geschiedenis die teruggaat naar de 14e eeuw. Toen verkoos paus Clemens de Vijfde het Zuid-Franse Avignon als de ideale plek voor de pauselijke zetel. Zijn opvolger Paus Johannes XXII koos voor een zomerkasteel in de plaats Châteauneuf-Calcernier. Châteauneuf-du-Pape betekent dan ook ‘het nieuwe kasteel van de paus’. De pausen hebben daarmee de wijnen die er in de regio gemaakt werden hun naam gegeven, maar gek genoeg dronken ze zelf liever wijn uit het noordelijker gelegen Bourgogne. Het gebied zou als een rode draad door de geschiedenis van Châteauneuf-du-Pape blijven lopen. Uiteindelijk is Bourgogne zelfs indirect verantwoordelijk voor de hoge kwaliteit die deze Rhône-wijnen nu hebben. Hoe dit zit? Dat leest u hieronder.
Het nieuwe kasteel van de paus
Châteauneuf-du-Pape ligt dus in de Rhône, een gebied dat vernoemd is naar de rivier die er doorheen loopt en in het zuidoosten van Frankrijk ligt. Het is een bijzondere wijnstreek die verticaal zo’n 300 kilometer beslaat, van Lyon tot Avignon. In de veertiende eeuw werd er al wijn gemaakt in de omgeving, maar die stond niet bekend als geweldig goed. De pausen die hun intrek in het paleis namen, bevorderden de lokale wijnbouw, onder meer door het aanplanten van nieuwe (Italiaanse) druivenrassen, maar de wijnen bleven vooral lokaal gedronken worden. De reputatie van deze Rhône wijn begon pas écht te groeien vanaf de 18e eeuw.
Zo rond 1700 bestonden de wijngaarden rondom het dorpje Châteauneuf-du-Pape uit talloze kleine percelen, bewerkt door pachters en kleine boeren. Daarnaast ontstonden er in de eeuw die volgde een aantal grotere domeinen, waaronder het bekende Château la Nerthe. Vooral de grotere, vaak adellijke, landeigenaren wisten met hun wijnen een goede naam op te bouwen. De wijnen werden geëxporteerd naar tal van landen, maar – tot grote ergernis van de wijnmakers in Châteauneuf – helaas ook om rode Bourgogne wijn in kracht en kleur op te peppen. Dat stak natuurlijk enorm én was niet bevorderlijk voor de reputatie van de Rhône-wijnen.
Strijd voor kwaliteit
Wijnproducenten in Châteauneuf-du-Pape beseften dat alleen het verbeteren van de kwaliteit ervoor kon zorgen dat hun wijnen als meer dan aanvulling op Bourgogne wijnen gezien zouden worden. Dankzij dat besef ontstond aan het eind van de 19e eeuw de eerste vereniging van wijnbouwers. Helaas was die om allerlei redenen geen lang leven beschoren, maar wijnboeren in het gebied, groot en klein, bleven strijden tegen de enorme wijnfraude van die tijd. Het was een lastige tijd voor wijnmakers, want daarnaast was het de tijd van de gevreesde druifluis, Phylloxera vastatrix, die een groot deel van de wijngaarden vernietigde. Zo dreigde goede wijn dreigde een schaars goed te worden.
In 1933 slaagde één van de grote landeigenaren, wijnmaker en advocaat Baron Le Roy van Château Fortia, er via de rechter in erkenning te krijgen voor de wijnregio. Na jaren van procederen werden de grenzen van de regio en vinificatietechnieken vastgelegd. Er werden regels opgesteld die de integriteit van de wijnen van Châteauneuf-du-Pape moest beschermen. Deze regels vormden later het uitgangspunt voor álle regels van de Franse AOC (Appellation d ‘Origine Controlée). In 1936 werd Châteauneuf-du-Pape de eerste AOC van Frankrijk. Vanaf dat moment lag onder andere vast dat voor Châteauneuf-du-Pape dertien druivenrassen toegestaan waren, dat er met de hand geoogst moest worden en dat er geen suiker toegevoegd mocht worden tijdens de vergisting met als doel het alcoholpercentage op te krikken (chaptaliseren). Vanaf dat moment was de naam van Châteauneuf-du-Pape als wijn écht gevestigd, letterlijk en figuurlijk.
Krachtig rood uit Châteauneuf
Vandaag de dag worden in Châteauneuf-du-Pape fantastische rode wijnen geproduceerd. Wijnen die enerzijds bekend staan om hun kracht en pit, anderzijds om hun verfijnde, fruitige en verleidelijk smaak door de aanwezigheid van zwarte bessen en sappige kersen. De Grenache-druif is veruit het meest aangeplant, maar in totaal mogen er dertien verschillende druivenrassen voor Châteauneuf-du-Pape gebruikt worden. Als zijn dat er eigenlijk een stuk meer, aangezien er van sommige druivenrassen ook sub variëteiten voor komen. Zo staan er van Grenache al vier soorten aangeplant: Grenache Noir, Grenache Rose, Grenache Gris en Grenache Blanc. Wijnmakers uit Châteauneuf staan dan ook bekend om hun unieke assemblages. In de beste Châteauneuf-du-Pape-wijnen wordt de Grenache-druif gecombineerd met de rassen Syrah en Mouvèdre en alle drie hebben ze een belangrijke ‘rol’ in de blend. Grenache geeft de wijn zijn molligheid, Syrah zijn tannines en prachtige kleur en Mouvèdre de mooie structuur.
Rijk en fris wit uit Châteauneuf
Overigens klinkt het nu alsof er alleen maar rode wijn wordt gemaakt in Châteauneuf-du-Pape. Het klopt dat het gros rood is, zo’n 90% van de wijn die er geproduceerd wordt, is rood. Maar zo’n 10% is dus wit en die witte Châteauneuf is heerlijk. De druivenrassen die het meest gebruikt worden zijn onder meer Grenache Blanc, Roussanne en Picpoul blanc. Mede door de kalksteengrond en het klimaat zijn deze witte wijnen rijk, aromatisch en hebben ze veel body. Daarnaast worden er sinds de jaren 90 van de vorige eeuw steeds meer mooie frisse witte wijnen in Châteauneuf gemaakt.